Heide, vennen en bossen op en rond Kamp van Beverlo

Dit landschap heeft een oppervlakte van 6.905 hectare en omvat de grote heide- en boscomplexen van het Kamp van Beverlo (uitgezonderd vallei van de Grote Nete en valleicomplex van de Zwarte beek). Aansluitend bij dit landschap zijn opgenomen: Pijnven, bos en duinen van Hechtel, Molenheide, Kraanberg, Koerselse Bergen. Daarnaast omvat dit landschap de kleine aangrenzende beekvalleien van de Helderbeek, Broekbeek en Grote Beek.

Centraal in dit landschap staat het militair domein Kamp van Beverlo. Aangezien het leger uitgestrekte open oefenterreinen nodig heeft, bleef het oorspronkelijk heidelandschap en geomorfologisch gezien, vrijwel intact Kempens plateau met bovenstrooms beekdal, behouden.Deze intacte landschappelijke positionering is in, zowel het Vlaamse als Nederlandse landschap, steeds zeldzamer geworden. Typerend is het groot infiltratiegebied met heide, vennen en stuifzanden aan de randen. Op meerdere plaatsen werd naaldhout aangeplant en sinds 1950 treedt verbossing op. Uniek is de verwevenheid, waarbinnen de verschillende habitattypes voorkomen en de continue overgangen van nat naar droog tot stuivend tussen de verschillende habitattypes. Sinds 1999 wordt het natuur- en bosbeheer uitgevoerd in samenspraak tussen de lokale militair overheid en het Agentschap voor Natuur en Bos. Recent werden op grote schaal herstelwerkzaamheden uitgevoerd door het Life-project DANAH, deze werden mee opgenomen bij actuele toestand. Een goedgekeurde geïntegreerde visie en beheerplan vormen de basis voor de doelen voor het Kamp van Beverlo.

In het “Landschap van heide, vennen en bossen in en rond Kamp van Beverlo” komen volgende habitattypen en soorten voor, waarvoor de SBZ op Vlaams niveau essentieel tot zeer belangrijk is:

  • Landduinhabitats: 2310 en 2330
  • Overgangen van droge naar natte heide: 4030, 4010, 7140,7150
  • Halfnatuurlijke graslanden: 6230
  • Waterhabitats in de voedselarme sfeer: 3160
  • Amfibieën zoals rugstreeppad, heikikker
  • Reptiel zoals gladde slang
  • Broedvogels: boomleeuwerik, nachtzwaluw
  • Loofbossen: eikenberkenbos (9190)

Binnen het “Landschap van heide, vennen en bossen in en rond Kamp van Beverlo” staat het versterken, de kwaliteitsverbetering en het duurzaam beheren van heidehabitats en habitattypische soorten voorop. Dit gebied is veruit de grootste heidekern van Vlaanderen. Er zijn van verschillende habitatrichtlijnsoorten (nachtzwaluw, heikikker, rugstreeppad) en habitattypische soorten (gentiaanblauwtje) leefbare populaties aanwezig. Het gebied fungeert actueel als overloop van waaruit deze soorten omliggende minder optimale SBZ gebieden koloniseren. Binnen de SBZ is de uitbouw van een ecologisch netwerk met heidestapstenen en schrale graslanden een belangrijke doelstelling.

We kunnen er drie type natuurclusters onderscheiden: natuurcluster van kleinschalige beekvalleien, natuurcluster van het heidecomplex en natuurcluster van de grote boshabitatkernen.

  • Natuurcluster van heidecomplex:
    Actueel komt meer dan 3.100 ha landduinhabitats, droge heide, vochtige en venige heide voor, hoofdzakelijk op het Kamp van Beverlo. Naast kwaliteitsverbetering is toename voorzien van landduin- en heidehabitats om tot een groot aanééngesloten heidecomplex te komen voor duurzame populaties van nachtzwaluw, boomleeuwerik, gladde slang, heikikker, rugstreeppad, en habitattypische soorten zoals gentiaanblauwtje en ruimtebehoevende soorten zoals grauwe kiekendief, velduil en korhoen. Actuele kleinere landduinvegetaties worden verbonden met het groot open, zoals Brand in Hechtel.
    Essentieel is het verstevigen van het ecologisch netwerk met heide, schrale graslanden en duincorridors. Hierin past de heide- en duincorridor tussen het Pijnven en het Kamp van Beverlo voor gladde slang door omvorming vanuit naaldbossen.
    In functie van de vorming van een meta-populatie heikikker, rugstreeppad, gladde slang en habitattypische soorten gentiaanblauwtje, heivlinder, kommavlinder… is migratie naar andere heidekernen essentieel; binnen dit ecologisch netwerk is Molenheide een belangrijke heidestapsteen met als doel ontwikkeling van landduinhabitats, heischraal grasland en kwaliteitsverbetering van vochtige heide.
    Doorheen het heidecomplex worden de belangrijkste verkeersassen (Kamperbaan, Kiefhoekweg, N74, N715) ontsnipperd.In Molenheide wordt een open heidelandschap ontwikkeld bestaande uit landduinen. De lokale vennen met vochtige heidevegetaties worden hersteld.
    Op Lange heuvelheide ligt een landschappelijk intact brongebied met een complex van vochtige en venige heide. Onderzoek naar de hydrologie is aangewezen in functie van het bepalen van de eventuele maatregelen voor kwaliteitsverbetering.
    Typerend zijn de verschillende type vennen in het heidelandschap. Naast kwaliteitsherstel, is buffering van het intrekgebied en van het aangevoerde oppervlaktewater tegen nutriëntenlast een belangrijke herstelopgave.
  • Natuurcluster van de grote boshabitatkernen:
    In het “Landschap van heide, vennen en bossen op en rond Kamp van Beverlo” is de ontwikkeling van een aantal grote boskernen, die een leefbare populatie bevatten van de grotere oppervlaktebehoevende faunasoorten, is een belangrijk streefdoel om een goede staat van instandhouding te bereiken binnen deze SBZ voor de boshabitats. Typerend voor dit landschap is, gezien de abiotische omstandigheden, het zuurminnende eikenberkenbos. Slechts enkele goed ontwikkelde voorbeelden (184 ha) zijn terug te vinden op het Kamp van Beverlo, randzone met Brand en Don Bosco in Hechtel onder meer oude eikenhakhoutstoven op stuifduinen. Grote aaneengesloten kernen (Koersele heide, gemeentebossen, Dumonsheide, Schrikheide) omsluiten het open heidelandschap van het Kamp ven Beverlo. Deze bossen zijn niet alleen van belang voor zwarte specht en wespendief, maar in een ijle matrix rond de heide en landduinen ook voor nachtzwaluw.
    Omvorming van bestaande niet habitatwaardige bossen is voorzien.

  • Natuurcluster van de kleine beekvalleien:
    In de kleine beekvalleien komen actueel nog belangrijke oppervlakten soortenrijke graslanden en regionale belangrijke biotopen voor. Behoud en kwaliteitsverbetering van de soortenrijke graslanden en regionale belangrijkrijkbiotopen is vereist in functie van leefgebied blauwborst, wespendief, grauwe kiekendief en foerageergebied voor habitattypische soorten van de heide zoals wulp, watersnip, roodborsttapuit, geelgors, veldleeuwerik en als kwaliteitsverbetering van de habitats.
    De Grote beek ontspringt op het Kamp van Beverlo aan de westrand juist ten zuiden van Leopoldsburg (Beau Marais) in Laakheide. In functie van het mozaïeklandschap is naast kwaliteitsverbetering van de soortenrijke graslanden en regionale belangrijke biotopen, zoals structuurrijke ruigten, voornamelijk vanuit populierenaanplant ten gunste van vogelrichtlijnsoort blauwborst.
    De Helderbeek ontspringt eveneens op het Kamp van Beverlo. Buiten het Kamp van Beverlo is de beek diep ingesneden, rechtgetrokken en plaatselijk gestuwd in functie van de mijnverzakkingen. Langs de Helderbeek liggen momenteel droge heischrale graslanden. In functie van de habitattypische soorten kleine parelmoervlinder, hooibeestje, heivlinder, veldkrekel en snortikker staat kwaliteitsverbetering van de droge heischrale graslanden voorop. Deze zijn ingebed in een matrix van soortenrijke graslanden.
    De Broekbeekvallei vormt een belangrijke schakel in het ecologisch netwerk met andere natuurkernen. Kwaliteitsverbetering van het mozaïeklandschap van alluviale bossen, soortenrijke graslanden, en regionale belangrijke biotopen als foerageergebied voor grauwe kiekendief, korhoen, wespendief, blauwe kiekendief en habitattypische soorten van het heidelandschap zoals wulp staat voorop.