Kruipend moerasscherm

Apium repens
Flora
Planten
Apium repens Kruipend moerasscherm
Kruipend moerasscherm (Apium repens)
Kaart van de speciale beschermingszones voor: Kruipend moerasscherm
Verspreidingskaart Kruipend moerasscherm
Kruipend moerasscherm
Kruipend moerasscherm, Aardbeiklaver en Waternavel

+

Uitbreiding van het huidige areaal

+

Uitbreiding van de huidige populatie

+

Oplossen van verstoring van de waterhuishouding, ongunstige waterkwaliteit, tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Kruipend moerasscherm is een 5 tot 25 cm hoge, overblijvende plant van de Schermbloemigenfamilie. Typisch is de dunne, kruipende stengel die op de knopen wortelt en bladeren draagt. De bladeren zijn enkel geveerd en ongelijk gezaagd. De bloei valt in de periode juni-oktober. De stelen van de witte bloemschermen ontspringen tegen het grondoppervlak.

Het areaal van kruipend moerasscherm ligt in West-, Midden- en Zuid-Europa. De soort komt ook voor in Noord-Afrika (het Atlasgebergte) en op de Canarische Eilanden. In ons land zijn de vindplaatsen voornamelijk in het noorden van het land gelegen, en de soort komt er momenteel enkel nog voor in Vlaanderen (RONSE 2004). Binnen heel zijn verspreidingsgebied is kruipend moerasscherm een zeer zeldzame en bedreigde soort.

De voornaamste bedreigingen zijn overbemesting, verruiging door het wegvallen van begrazings- of maaibeheer en het wegvallen van langdurige winteroverstromingen.

Kruipend moerasscherm is een pionierplant van open of lage vegetaties op (periodiek) natte, matig voedselrijke gronden. Die open plekken kunnen ontstaan door regelmatige overstroming van graslanden of door begrazing en vertrappeling van de vegetatie. De soort is gebonden aan natte, extensief begraasde weilanden met open plekken in de vegetatie. In Vlaanderen ligt de grootste groeiplaats in een openbaar park, waar de soort in de frequent en kort gemaaide, natte gazons voorkomt. Aan de kust komt ze voor aan de rand van (drink)poelen in duinvalleien (habitattype 2190).