 
				 
			
			
		Woudaapje (Ixobrychus minutus)
De Woudaap is onze kleinste reiger, nauwelijks zo groot als het Waterhoen. Het mannetje heeft een zwarte kruin en bovendelen en een roomkleurig vleugelpaneel. Het vrouwtje is bruiner en meer gestreept en heeft een lichtbruin vleugelpaneel. Juveniele exemplaren zijn gestreept en hebben iets van een kleine Roerdomp. Ze hebben een vuilgele, dolkvormige snavel en gele poten. In vlucht vallen vooral de lichte vleugelpanelen op. De levenswijze is gelijkaardig aan die van de Roerdomp: de soort leeft zeer verborgen, is vooral schemeractief en neemt bij benadering ook een paalhouding aan. Hij komt bij het foerageren regelmatig naar de rand van de rietkraag. Bij verstoring trekt hij zich vaak rennend en klimmend als een ral terug in plaats van weg te vliegen. De manier waarop hij zich van rietstengel tot rietstengel verplaatst heeft bijgedragen tot zijn naam. In het voorjaar zingt het mannetje vanuit het riet, een monotoon om de twee seconden herhaald wrah, dat vooral s ochtends of s avonds wordt gehoord.