Aanwijzing van de Habitatrichtlijngebieden

34 miljoengeschat aantal bezoeken per jaar aan Natura 2000 in Vlaanderen

In 2001 werd de afbakening van de Habitatrichtlijngebieden, na een informele consultatie van stakeholders, goedgekeurd door de Vlaamse Regering en voorgelegd aan de Europese Commissie. De Europese Commissie verklaarde de gebieden eind 2004 van ‘communautair belang’. De definitieve aanwijzing als speciale beschermingszone gebeurde samen met de goedkeuring van de instandhoudingsdoelstellingen in 2014.

De grenzen van de speciale beschermingszones in uitvoering van de Habitatrichtlijn zijn vastgelegd in 2001.

De afbakening van de speciale beschermingszones moest gebeuren volgens de wetenschappelijke criteria zoals vastgelegd in bijlage III van de Habitatrichtlijn, in 2002 omgezet in bijlage V van het Natuurdecreet. De keuze van elk gepresenteerd gebied werd beschreven in het bijhorende aanmeldingsformulier (het zogenaamde standard data form).

De voorstellen werden opgemaakt en wetenschappelijk onderbouwd in een samenwerkingsverband tussen diverse instanties: AMINAL afdeling Natuur en afdeling Bos en Groen (nu samen het Agentschap voor Natuur en Bos), het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer en het Instituut voor Natuurbehoud (nu samen het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek).

Daarbij is rekening gehouden met de algemeen aanvaarde wetenschappelijke principes over de uitbouw van ecologische netwerken en duurzame ontwikkeling en behoud van ecosystemen, onder andere het streven naar bij voorkeur grote, samenhangende entiteiten, het belang van mogelijkheden voor natuurherstel- en natuurontwikkeling en de noodzakelijke buffering voor duurzame instandhouding en het functioneren van die ecosystemen. In de praktijk werden de bufferzones steeds minimalistisch afgebakend. Concentraties van bebouwing werden zoveel mogelijk uit de afbakening geweerd. De informatie en gegevens die daarbij werden gebruikt, zijn de Biologische Waarderingskaart, verspreidingsgegevens van soorten, vegetatiekaarten en studierapporten uit die periode van het toenmalig Instituut voor Natuurbehoud.

De beslissing over de afbakening is, na een informele consultatie van verschillende stakeholders, genomen door de Vlaamse Regering op 4 mei 2001 en daarna formeel aangemeld bij de Europese Commissie, conform de verplichtingen van art. 4 van de Habitatrichtlijn. Die beslissing is dan nog eens hernomen bij besluit van de Vlaamse Regering op 24 mei 2002 met het oog op de tegenstelbaarheid tegenover derden. Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 geldt als de definitieve vaststelling in de zin van §6 van art. 36 bis van het Natuurdecreet.

Bij het van communautaire belang verklaren van de gebieden op 7 december 2004 gaf de Europese Commissie aan dat ook de vaargeulen van IJzer en Schelde deel moeten uitmaken van het te beschermen estuarium. Deze gebieden zijn op 15 februari 2008 toegevoegd op basis van de procedure zoals beschreven in het Natuurdecreet. Die werden door de Europese Commissie op 22 december 2009 van ‘communautair belang’ verklaard.

De definitieve aanwijzing als speciale beschermingszone gebeurde samen met de goedkeuring van de instandhoudingsdoelstellingen in 2014.