Aanwijzingen na 19 juli 2002

195aantal door de Vogelrichtlijn beschermde soorten in Vlaanderen

De procedure voor de aanwijzing van de speciale beschermingszones is vastgelegd in artikel 36 bis van het Natuurdecreet:

  • De Vlaamse Regering stelt de afbakening van een gebied vast op voorstel van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) op basis van de criteria van de Habitatrichtlijn of de Vogelrichtlijn.
  • Hierover wordt een klassiek openbaar onderzoek gevoerd.
  • Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) bundelt alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en geeft samen met het INBO een gemotiveerd advies aan de Vlaamse Regering.
  • De Vlaamse Regering stelt de gebieden definitief vast. Wijzigingen aan de ontwerpafbakening kunnen enkel op basis van opmerkingen uit het openbaar onderzoek. De afbakening wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en ter inzage gelegd bij gemeente en provincie.
  • Wordt het gebied afgebakend in uitvoering van de Vogelrichtlijn, dan is deze vaststelling definitief als een speciale beschermingszone.
  • Wordt het gebied afgebakend in uitvoering van de Habitatrichtlijn, dan wordt de afbakening voorgelegd aan de Europese Commissie.
  • Nadat de Europese Commissie dit gebied van ‘communautair belang’ heeft verklaard, dan wijst de Vlaamse Regering binnen 6 maanden het gebied definitief aan als een speciale beschermingszone.
  • Wijst de Europese Commissie dit gebied niet aan als van ‘communautair belang’, dan heft de Vlaamse Regering de afbakening op binnen de 3 maanden.
  • De aanwijzing wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en ter inzage gelegd bij gemeente en provincie.
  • Wijzigingen aan de gebieden worden via dezelfde procedure aangebracht.