Gunstige staat van instandhouding voor alle habitats tegen 2050

Het doel van de Europese biodiversiteitstrategie is om tegen 2050 alle habitats in een gunstige staat van instandhouding te hebben gebracht. Om dat te kunnen bereiken moet vroeg genoeg de nodige actie ondernomen worden. Daarom zijn er tussentijdse doelen geformuleerd voor 16 van de 47 habitats voor de periode tot 2020. Tegen 2040 moeten alle andere acties ondernomen worden om de gunstige staat van instandhouding te kunnen bereiken tegen 2050.

Die tussentijdse doelen voor 2020 werden als volgt vastgesteld:

  • Eerst werd bepaald wat kan worden bereikt op de gronden van overheden en natuurverenigingen. Tegen 2020 moeten al die oppervlaktes een correct beheer krijgen dat wordt vastgelegd in een beheerplan.
  • Daarna werd gekeken hoe groot de oppervlakte is die al een correct beheer kent op private gronden en is vastgelegd in een officieel beheerplan (bv. een uitgebreid bosbeheerplan).
  • Uiteindelijk wordt voor elk habitat bepaald hoeveel er nog rest. Daarvoor moeten de nodige partners gevonden worden om dit op te nemen in een beheerplan tegen 2040, waarvan een derde tegen 2020.