Alkalische moerassen in SBZ-H Kleine Nete

Deze habitatcluster betreft een aantal zeer zeldzame vegetaties met unieke soorten. Het betreft habitattypes alkalisch laagveen (7230), Galigaanmoerassen (7210) en kalkhoudende wateren (3140). Het habitatrichtlijngebied is voor elk van deze habitattypes als essentieel aangeduid in de G-IHD. Toch komen deze habitattypes in slechts één of twee deelgebieden voor. Deze natuurcluster heeft actueel een oppervlakte van ca. 27 ha en is leefgebied voor aanwezige bijlagesoorten als Gevlekte witsnuitlibel en Groenknolorchis.

De belangrijkste knelpunten voor deze habitattypes en bijlagesoorten zijn de waterkwaliteit en atmosferische deposities. Aangezien er in het natuurinrichtingsproject Buitengoor/Meergoor al herstel van alkalische laagveenvegetaties heeft plaatsgevonden, vertonen deze een vrij goede staat van instandhouding. De oppervlakte is echter (zeer) klein. Het voornaamste doel betreft een lokale toename van de oppervlakte van deze habitattypes door een gericht beheer in de gebieden waar deze habitattypes voorkomen. Hiervoor is het ook vermijden van directe inspoeling van nutriëntenrijk water in de waterloop en een (lokaal) intact grondwatersysteem (voldoende kwel en beperkte drainage) van belang.

Als leefgebied voor de aanwezige bijlagesoorten en als buffering van deze uiterst gevoelige habitattypes wordt in het Buitengoor-Meergoor-Sluismeer (deelgebied 12) het volgende tot doel gesteld:

  • een voldoende gebufferde kern van ca. 30 ha open veenmoeras met minstens 50 % habitattype (7230, 7210 en 7140).
  • behoud van de bestaande oppervlakte elzenbroekbos (ca. 20 ha) als bijkomende buffer

Wat de kalkhoudende wateren betreft (3140) dient de bestaande kwaliteit in Lommel-Sahara (deelgebied 13) behouden te blijven en is kwaliteitsverbetering mogelijk in een zandwinningsput in deelgebied 3.