Boslandschap

Het boslandschap is in het gebied aanwezig

  • op de hoger gelegen zones als Diestiaanheuvels en landduinen (9120 en 9190, respectievelijk),
  • in de vallei: de alluviale bostypes 91E0 met 9160 aan de randen.

Dit gebied is volgens de G-IHD essentieel voor het habitattype 9190 en zeer belangrijk voor de habitattypes 9120 en 91E0. Het boslandschap is belangrijk voor de Europese te beschermen soorten Zwarte specht, Wespendief (zeer belangrijk) en de vleermuizen Baard- / Brandts vleermuis, Gewone / Grijze grootoorvleermuis, Franjestaart.

In totaal is er binnen de speciale beschermingszones een oppervlaktetoename habitatwaardig bos voorzien van 1024 ha, met als richtwaarde voor bosuitbreiding 335 ha.

Algemeen dient de horizontale en verticale structuur van de bossen verhoogd te worden: gelaagdheid en aandeel open plekken (ruigte, hooiland) en goed ontwikkelde interne en externe bosranden. Voor de valleibossen is gedeeltelijk herstel van de natuurlijke waterhuishouding nodig. De herinrichting van de Demervallei tussen Diest en Werchter betreft een grootscheeps investeringsproject, waarvoor ook nog andere voorbereidende studies dienen opgemaakt te worden, zodat de fysische en praktische haalbaarheid van ecologisch herstel kan bekeken worden.