Boslandschap

Een 250 ha in het gebied bestaat uit bos. In de deelgebieden Kievitsheide, Blak-Blakheide en Hoge Bergen-Ekstergoor gaat het vooral om naaldbos. In de andere deelgebieden overweegt loofhout. Zowel op droge als op natte gronden kunnen zich geleidelijk boshabitats ontwikkelen die behoren tot de Europees te beschermen boshabitats.
Op de natste gedeelten van het gebied treft men vooral “alluviale” bostypes aan. Deze bostypes komen verspreid in het gebied voor, maar meestal wel nabij of op oude ontginningslocaties waar de lagere ligging in het landschap een hogere bodemvochtigheid verklaart. Voor de alluviale boshabitats wordt het behoud van de oppervlakte en de kwaliteit van de bestaande habitatvlekken beoogd.
De zogenaamde oude, zuurminnende eikenbossen hebben de meeste kansen op de drogere gronden. De huidige droge boshabitats zijn nog relatief jong en danken hun ontstaansgeschiedenis indirect aan de kleiontginning. Langs de randen van de ontginningslocaties groeiden spontaan inheemse boomsoorten. De (korte) ontstaansgeschiedenis verklaart ook de relatief beperkte ontwikkeling van flora en fauna en het enigszins versnipperde karakter van deze bossen. De verdere ontwikkeling van deze jonge loofbossen wordt tot doel gesteld (circa 50 ha). Daarnaast wordt een toename met 80 ha naar voor geschoven, met als richtwaarde voor bosuitbreiding 23 ha. De totale doelstelling van 130 ha kwalitatief oud zuurminnend eikenbos wordt beoogd in de deelgebieden Blak-Abtsheide (boscomplex Blakheide) en Hoge Bergen-Ekstergoor.