Dommel en Bolisserbeek

Dit landschap heeft een oppervlakte van 822 ha en omvat de smalle valleien van de stroomopwaartse delen van de Dommel en Bolisserbeek. De Europese bescherming van de Dommel bevindt zich stroomafwaarts van de Wedelse molen en omvat onder meer het samenvloeiingsgebied van Dommel en Bolisserbeek (’t Hoksent) en zijbeek Peerderloop.

De smalle vallei wordt gekenmerkt door een versnipperd landschap met broekbos, plaatselijk graslanden en soms intensief landgebruik (akkers). Lokaal zijn er zones met goed ontwikkelde graslanden, zoals veldrusgraslanden, waarvan een uitzonderlijk goed ontwikkeld perceel met alle kensoorten is terug te vinden ter hoogte van ’t Hoksent. Doordat de vallei zo bijzonder langgerekt en smal is, zijn er veel grenzen met intensief landgebruik. In de beekvallei komen héél wat weekendhuisjes voor.De beken zijn door rechttrekking in de jaren 1960 gekenmerkt door een aangetaste structuurkwaliteit en veroorzaken door diepe ligging ten opzichte van omgevend maaiveld verdroging. Deze valleien vormen de corridor van het Schietveld van Houthalen-Helchteren met het Kamp van Beverlo en de noordelijk gelegen natuurgebieden, zoals het Hageven.

In het “Landschap van Dommel en Bolisserbeek” komen volgende habitattypen en soorten voor, waarvoor de SBZ op Vlaams niveau essentieel tot zeer belangrijk is:

  • mesotrofe valleibossen
  • halfnatuurlijke graslanden: veldrusgraslanden
  • broedvogels: blauwborst, ijsvogel, wespendief
  • knoflookpad
  • rivierhabitats waaronder vegetaties van het type 3260

Belangrijkste doelstelling is herstel van een hydrologisch intact beekdalsysteem voor zowel de Dommel als de Bolisserbeek, met een natuurlijk meanderende beek behorend tot het habitattype 3260. Lokaal komt dit habitattype voor; uitbreiding is mogelijk door structuurherstel van de beek, herstel van het beekbodempeil, verbetering waterkwaliteit en exotenverwijdering. Tegelijkertijd wordt dan ook het knelpunt van verdroging opgelost en de kwaliteit van verschillende habitattypen op veen in de vallei verbeteren.

Zowel voor Bolisserbeek als Dommel wordt de landschappelijke versnippering opgeheven door grote aaneengesloten elzenbroekbossen (91E0) af te wisselen met mozaïeken van laagveen (7140_meso), veldrusgraslanden (6410_ve) en soortenrijke graslanden en regionale biotopen. In de vallei van de Dommel en Bolisserbeek komt net zoals in de Grote Nete en Zwarte beek een groot veenpakket voor van ongeveer 180 ha. De graslanden zijn belangrijk in het mozaïeklandschap als foerageergebied voor wespendief en blauwborst. Daarnaast ook voor habitattypische soorten zoals roodborsttapuit en geelgors. Omdat deze graslanden naadloos aansluiten bij alluviale bossen (91E0), laagveen (7140_meso) en natte graslanden (6410_ve), of ze zelfs met elkaar verbinden, dragen ze bij aan het bereiken van hoge dichtheden van de eraan gebonden soorten. Ze zorgen voor een kwaliteitsverbetering van de topografisch lager gelegen mesotrofe habitattypen, waardoor binnen het mozaïeklandschap, een goede kwaliteit van de habitattypes kan behouden blijven of gerealiseerd worden.

In de bovenloop van de Bolisserbeek wordt 160 ha buffering van het vallei-ecosysteem vooropgesteld vanuit landbouw (uit Bs, Hx en Hp); dit is cruciaal voor het duurzaam behoud en ontwikkeling van het beekdalecosysteem met laagveen, alluviaal bos en in de beek zelf het beekhabitattype 3260. De percelen dienen onbemest en vrij van pesticidengebruik te zijn. Herstel van de bodem tot het gewenst trofie-niveau is noodzakelijk, om verdere uitspoeling van nutriënten in de bodem te vermijden. Herstel van de waterhuishouding is pas mogelijk na herstel van de bodem. Ze dienen verder bouwvrij gehouden te worden. Er zal met de verschillende actoren in het brongebied Zwarte Beek gezocht/gemonitord/opgevolgd worden welke maatregelen het meest efficiënt zijn. De eutrofiëringsbronnen dienen afgebakend te worden zodat kostenefficiënte maatregelen ter remediëring kunnen worden opgestart.De bovenloop van de Bolisserbeek is daarnaast het leefgebied van knoflookpad: het leefgebied wordt verbeterd door aanleg van poelen, heidehabitats met voldoende open zand. De bovenloop van de Bolisserbeek met Resterheide is tevens een heide-stapsteen voor heikikker, knoflookpad, gladde slang en doelsoorten van heide-ecosystemen (zoals gentiaanblauwtje, heivlinder, heideblauwtje, kommavlinder, hooibeestje, groentje) naar andere heidekernen.