Heidelandschap

Het heidelandschap is in het gebied aanwezig op de hoger gelegen zones als Diestiaanheuvels en landduinen. Het omvat een hele reeks Europese habitattypes gaande van oligotrofe wateren over natte heide en heischraal grasland tot echte droge heide en pioniersvegetatie op stuifduin waarvoor deze SBZ zeer belangrijk is volgens de G-IHD. Voor heischraal grasland is deze SBZ zelfs essentieel. Het heidelandschap is belangrijk voor de Vogelrichtlijnsoorten Nachtzwaluw en Boomleeuwerik. De soort Drijvende waterweegbree, die het habitattype oligo- tot mesotrofe wateren 3130 begeleidt, wordt besproken bij het valleilandschap (waterlopen).

De voornaamste werkpunten voor het heidelandschap zijn gericht beheer om verbossing en vergrassing te voorkomen, en herstel van de hydrologie. De herinrichting van de Demervallei tussen Diest en Werchter betreft een grootscheeps investeringsproject, waarvoor ook nog andere voorbereidende studies dienen opgemaakt te worden, zodat de fysische en praktische haalbaarheid van ecologisch herstel kan bekeken worden.

In totaal is er binnen de speciale beschermingszones een kwalitatief netwerk tot doel gesteld met oppervlaktetoename van habitats in de heidesfeer van 308 ha. Dit gebeurt hoofdzakelijk door omvorming. Het natuurinrichtingsproject Averbode Bos & Heide alleen al voorziet in ca. 200 ha op middellange termijn (na beheer van 27 jaar). De Vallei van de Drie Beken vormt eveneens een ecologisch waardevol heidegebied en fungeert als een belangrijke schakel tussen de Limburgse heidegebieden en Averbode. De heidehabitats op de Diestiaanheuvels zijn typisch voor de meer mineralenrijke bodem met veel gradiƫnten en dienen daarom zeker behouden en versterkt te worden tot een netwerk voor habitattypische heidefauna. Hier en daar liggen in de vallei kleine potenties voor heidehabitats op zandige donken.