Rapport Europees beschermde natuur in Vlaanderen: stilaan verbetering, maar er is nog veel werk aan de winkel

26-04-2019

Om de 6 jaar brengt Vlaanderen verslag uit aan Europa over de toestand van zijn beschermde habitats (leefgebieden) en soorten (planten en dieren). Daaruit blijkt dat zeker voor een aantal soorten, en in mindere mate voor enkele habitats, de situatie stilaan verbetert. De toestand blijft nog vaak ongunstig, maar op heel wat plaatsen lijkt de neerwaartse trend gekeerd. Het rapport is een aanmoediging om de inspanningen die geleverd worden verder te zetten, maar een tandje bijsteken is aangewezen.

“Sinds 2007 is de toestand van 20 van de 44 onderzochte habitattypes verbeterd”, aldus Marleen Evenepoel, administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos. “De vooruitgang situeert zich precies daar waar we grote inspanningen leveren, namelijk in de beschermde natuur-gebieden en bij de habitatgroepen kustduinen, heiden, venen, waters en bossen. Denk maar aan natuurinrichtingsprojecten zoals het Zwin en het geactualiseerd Sigmaplan.” Omdat de eindbeoordeling van een habitat de som is van vier strenge deelbeoordelingen die elk gunstig moeten scoren, wordt een positieve eindbeoordeling maar moeilijk gehaald. Gelukkig is er op het terrein vaak wel al zichtbare vooruitgang. Veel habitats hebben ook een lange ontwikkeltijd nodig, en planten en dieren vaak lange tijd om ‘ter bestemming’ te geraken. Het kan dan ook jaren duren voor de resultaten van de ingrepen zichtbaar zijn. Habitats staan ook nog altijd onder zware milieudruk, onder meer van stikstofdepositie, grondwaterverontreiniging, versnippering en ook van de klimaatwijziging. De impact van die laatste zal zich in de toekomst steeds meer laten voelen.

Vlaanderen rapporteert ook over 69 soorten. Over recent teruggekomen soorten, zoals de lynx of de wolf, doet het rapport nog geen uitspraken. Administrateur-generaal Maurice Hoffmann van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek: “Van de 66 geëvalueerde soorten scoren er globaal 18 gunstig, 5 onbekend en de overige 43 nog altijd matig tot zeer ongunstig. De trends tonen een optimistischer beeld: 15 soorten gaan erop vooruit, 13 blijven in een ongunstige en 18 in een gunstige staat. Anderzijds gaan er toch ook nog 4 soorten achteruit en van 16 kunnen we de trend om technische redenen (bv. wegens gebrek aan gegevens) niet bepalen.” Naast zorgenkindjes zoals het vliegend hert, de knoflookpad en de barbeel zijn er ook succesverhalen zoals de boomkikker. Twintig jaar geleden waren er nog maar rond de 100 à 150 exemplaren in Vlaanderen, maar door gerichte herstelmaatregelen zijn de bestaande populaties groter geworden en zijn er ook nog elders exemplaren opgedoken. Nu zitten we rond de 15.000 dieren in Vlaanderen.

De resultaten wijzen ons erop dat het nog steeds niet goed gaat met de beschermde natuur in Vlaanderen, maar we zien nu toch duidelijk dat de al geleverde inspanningen wel lonen. Het is dus absoluut nodig om ze vol te houden en verder te versterken.

Rapporten
•    Staat van instandhouding (status en trends) van de soorten van de Habitatrichtlijn: Algemene resultaten - rapportageperiode 2013-2018
•    Regionale staat van instandhouding voor de habitattypen van de Habitatrichtlijn: Rapportageperiode 2013 – 2019

Contact
•    Koen Van Muylem, woordvoerder Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, 0473 81 49 28
•    Marie-Laure Vanwanseele, woordvoerder Agentschap voor Natuur en Bos, 0499 86 51 58