De realisatie van dynamische stuifduinen

3002

Secundaire duinpannenvorming, waarbij duinpannen ontstaan door het uitstuiven van zand tot op de grondwatertafel, is actueel niet meer mogelijk binnen het SBZ-H, door het ontbreken van voldoende stuifdynamiek. Natuurtechnische ingrepen zijn bijgevolg noodzakelijk om stuifduincomplexen op termijn te behouden. Herstel van de verstuivingsdynamiek is mogelijk door het uitvoeren van natuurtechnische maatregelen (i.c. ontstruwelen, afplaggen en afgraven) op plaatsen waar stuifduinen sterk gefixeerd zijn. Dergelijke maatregelen kunnen uiteraard slechts uitgevoerd worden in gebieden met voldoende oppervlakte en waar verstuiving geen gevaar kan vormen voor wegeninfrastructuur en dergelijke. Het deelgebied waar grootschalige ingrepen best realiseerbaar zijn, is Jonge duinen van de Panne (BE2500001-1). Het grote centrale stuifduin is de laatste decennia sterk in oppervlakte afgenomen, ten gevolge van fixatie met grassen en mossen. Om de typische fauna gebonden aan de stuifduinen in stand te houden wordt een herstel van het centrale stuifduin vooropgesteld. Het herstel van een oppervlakte van 30 ha wordt beoogd. Het herstel van deze oppervlakte van 30 ha kan grotendeels via omvorming gerealiseerd worden door sterk gefixeerd stuifduin (deels actueel habitattype 2120, maar in een gedeeltelijk aangetaste actuele staat van instandhouding) af te plaggen of af te graven.