Herstel en inrichting van de fossiele duinen

3007

In het SBZ-H komen 3 fossiele duincomplexen voor: de Cabourduinen (BE2500001-2, BE2500001-3 en BE2500001-28), de Schuddebeurze (BE2500001-17 en BE2500001-18) en D’Heye (BE2500001-20).

De doelstelling voor deze 3 gebieden is te komen tot een aaneengesloten oppervlakte van minimaal 50 ha duingrasland per gebied, aangevuld en in mozaïek met vochtige duinvalleien, duindoornstruweel en duinbos. Toename van de oppervlakte zuur duingrasland zal vnl. moeten gebeuren door omvorming: in beheer nemen van verruigde, soortenarme graslanden die momenteel niet tot het habitattype kunnen gerekend worden en het uitvoeren van natuurtechnische maatregelen, waarbij (exoten)struweel of aanplanten omgevormd worden naar open vegetaties. Dit is vnl. het geval in de Cabourduinen. Deze werken zijn opgenomen in het beheerplan voor dit gebied (Zwaenepoel et al., 2007). Door het verwijderen van struweel en bomengroepen zal in dit gebied een halfopen landschap ontstaan, waarin bos, struweel, ruigte en grasland met elkaar afwisselen, wat moet leiden tot een hogere biodiversiteit. Dergelijk landschap kan in de toekomst vestigingskansen bieden aan ondermeer Boomleeuwerik en Grauwe klauwier (Zwaenepoel et al., 2007). Bijkomend is in dit deelgebied een oppervlaktetoename van zuur duingrasland met 7 ha nodig. Dit is mogelijk door het instellen van geschikt beheer op graslanden die actueel geen natuurbeheer kennen.

In de Schuddebeurze bedraagt de doelstelling voor zuur duingrasland een oppervlaktetoename met 21 ha, waarvan ca. 15 ha door verderzetten van het verschralingsbeheer (omvorming). Daarnaast is uitbreiding mogelijk door het instellen van geschikt beheer op graslanden die actueel geen natuurbeheer kennen.

Voor de realisatie van de zure duingraslanden in D’Heye is vnl. het verderzetten van het verschralingsbeheer van belang.