Blauwe kiekendief

Circus cyaneus
Fauna
Vogels
Blauwe kiekendief (Circus cyaneus)
Vogelrichtlijngebieden voor Blauwe kiekendief. Rood: belangrijk broed-, trek- en/of overwinteringsgebied. Oranje: broed-, trek- en/of overwinteringsgebied met kleinere aantallen.

=

Behoud van het huidige areaal

=

Behoud van de huidige populatie van minimaal 150 exemplaren

=

Oplossen van niet afgestemd menselijk gebruik, tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Deze grote roofvogel is ongeveer even groot als de Buizerd. In zweefvlucht worden de vleugels in een duidelijke ondiepe V gehouden en valt de lange staart op. Het mannetje heeft een volledig grijs lichaam, grijze vleugels met zwarte toppen, een grijze staart en een brede witte stuit. Op de ondervleugel heeft hij een dikke zwarte eindband. Het wijfje is bruin gestreept op okerkleurige onderdelen, heeft duidelijk gebandeerde staart- en slagpennen en eveneens een opvallende witte stuit. Jonge vogels zijn duidelijk ros gekleurd op de onderdelen. De soort is te onderscheiden van de Bruine kiekendief aan het verenkleed, de lichtere bouw en de vlucht en van de Grauwe kiekendief aan de bredere vleugels.

De Blauwe kiekendief is een broedvogel van Noord-Spanje over West- en Noord-Europa tot ver in Azië. Hij overwintert over heel Europa, noordelijk tot in Zuid-Scandinavië. In Vlaanderen is deze roofvogel een zeer zeldzame nietjaarlijkse broedvogel. In het midden van de twintigste eeuw werd o.a. gebroed in de Kempen. In Vlaanderen is de soort hoofdzakelijk een doortrekker en wintergast, voornamelijk in de IJzervallei, de kustpolders en de Zwinstreek. De aantallen kunnen sterk variëren naargelang het voedselaanbod en/of weersomstandigheden met in gunstige jaren wellicht meer dan 100 exemplaren.

Habitatverlies, verstoring van de nestplaats en vergiftiging zijn de voornaamste bedreigingen voor de soort.

Slaapplaatsen moeten in de overwinteringsgebieden worden gevrijwaard van verstoring. In de potentiële broedgebieden is aandacht wenselijk voor behoud en herstel van moerassen, vochtige heidegebieden en grote open akkergebieden.

De Blauwe kiekendief is een roofvogel van open landschappen: wei- en akkerland, kapvlaktes, aanplantingen, moerasgebieden, heidevelden en venen. Slaapplaatsen in de winter zijn vaak gelegen in rietvelden of schorren, maar ook in open ruigtes en akkergewassen zoals groenbedekkers. Het voedsel bestaat uit kleine prooien (vogels en zoogdieren) die, laag en traag boven de vegetatie vliegend, met een snelle duik bejaagd worden.

Onregelmatige broedvogel