Zwarte specht

Dryocopus martius
Fauna
Vogels
Zwarte specht (c) Yves Adams

=

Behoud van het huidige areaal van 7.000 km²

=

minimaal behoud van de huidige populatie van gemiddeld 850 broedparen

+

Oplossen van tekort aan kwaliteit van het leefgebied. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

De Zwarte specht is de grootste Europese spechtensoort. Het is een volledig zwarte vogel met een ivoorkleurige snavel en witte ogen. Het mannetje heeft een volledige rode kruin, het vrouwtje een rode achterkruin. De vlucht is flappend en vrij onhandig, met omhoog gehouden kop en voornamelijk neerwaartse slagen van de brede, afgeronde vleugels. In tegenstelling tot de andere spechten is de vlucht van de Zwarte specht in rechte lijn en niet zozeer golvend. De soort is zeer luidruchtig zowel in vlucht als in zit, zingend, roepend of hamerend. De vlucht- en alarmroep ‘kruuk kruuk kruuk’ is het hele jaar vaak te horen.

Het broedareaal omvat vooral Centraal- en Noord-Europa, westelijk tot in onze streken, maar de soort ontbreekt in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, IJsland en grote delen van Zuid-Europa. De Zwarte specht is een standvogel die jarenlang gebruik maakt van dezelfde broed- en slaapholte en die slechts korte zwerfbewegingen maakt na het broedseizoen. In Vlaanderen is de soort te vinden in alle bosgebieden, vooral in de oostelijke provincies maar met een geleidelijke uitbreiding naar het westen, tot zelfs in de kuststreek. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in de Kempen. De kolonisatie van Oost- en West-Vlaanderen gebeurde over de noordelijke zandrug. In de zuidelijke bosgebieden heeft de soort zich als broedvogel nog niet overal weten te vestigen. In totaal broeden in Vlaanderen 650 tot 1.050 paren.

De belangrijkste bedreigingen zijn verstoring van de nestplaats, een hoge recreatiedruk, vernietiging van de nestboom omwille van veiligheid en een louter op houtproductie gericht bosbeheer met weinig staand dood hout.

Het steeds minder jong kappen van naaldbossen en de omvorming ervan naar gemengde bosbestanden komt deze soort ten goede. Ook het moderne extensief bosbeheer waarbij meer aandacht gaat naar een gevarieerde bosstructuur met oude bomen, veel dood hout en open plekken, werkt positief op de verbreiding van de Zwarte specht.

De Zwarte specht leeft in oude, grote, zowel naald-, loofals gemengde bossen met veel beuken, afgewisseld met open ruimten. Het voedsel bestaat in de zomer hoofdzakelijk uit mieren en hun broed. daarbuiten ook uit andere insecten, rupsen, spinnen, kleine slakken en in geringe mate ook plantaardig voedsel. Buiten het broedseizoen wordt deze specht ook aangetroffen in schaars beboste tot open landschappen met alleen bomenrijen. Met de krachtige snavel worden in grote, zelfs levende, bomen als eiken en beuken een nestholte uitgehakt. Belangrijk is dat er een vrije aanvlucht is naar het hol. Daarom gaat de voorkeur naar open plekken in niet te dichte bossen en naar bomenrijen langs brand- en veldwegen of langs verkeerswegen.

Jaarlijkse broedvogel