Begrippen beginnend met E
- Ecosysteem
-
Het geheel van biotische en abiotische elementen die het samenleven van levende organismen in een bepaald gebied kenmerken
- Emissie
-
Uitstoot of lozing van stoffen, golven of andere verschijnselen door bronnen, meestal uitgedrukt als een hoeveelheid per tijdseenheid
- Europees te beschermen habitats
-
De habitattypes opgenomen in bijlage I bij het Natuurdecreet.
- Europees te beschermen soorten
-
De soorten, opgenomen in bijlage II, III en IV bij het natuurdecreet, en de trekvogels die geregeld voorkomen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest en die niet in bijlage IV bij het Natuurdecreet worden vermeld.
- Europese natuurdoelen
-
De doelen voor Europees te beschermen natuur, die bereikt moeten worden in de toekomst, met name voor Europees te beschermen habitats en soorten. De technische term voor dit begrip is instandhoudingsdoelstellingen.
De Europese natuurdoelen zijn geformuleerd op twee niveaus: op Vlaams niveau (gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen) of per gebied (specifieke instandhoudingsdoelstellingen). De gewestelijke doelen geven aan vanaf wanneer de in het Vlaamse Gewest voorkomende Europees te beschermen habitattypes of soorten in een gunstige staat van instandhouding zullen zijn, d.w.z. duurzaam zullen kunnen overleven; de specifieke doelen geven de verdeling van de gewestelijke doelen over de voor de betrokken soort of habitattype relevante gebieden aan.
- Eutrofiëring
-
Het voedselrijker worden van het milieu, door toename van de hoeveelheid voedingsstoffen (nitraat, fosfaat), waardoor de ecologische processen en de natuurlijke kringlopen verstoord worden. Hierdoor gaat de biodiversiteit achteruit
- Eutroof
-
Voedselrijk: rijk aan nutriënten (voedingsstoffen) zoals stikstof (in de vorm van nitraat, nitriet of ammonium), fosfor (in de vorm van fosfaat) en / of kalium.