Specifieke natuurdoelen

Voor de typische dieren in dit gebied, zoals zwarte specht en vele vleermuizen, zijn de bossen te versnipperd. Bovendien zijn er onvoldoende oude en dode bomen, open plekken en goed ontwikkelde bosranden. Er moet ook bos bijkomen. De bloemrijke graslanden worden bedreigd door de daling van het grondwater en vervuiling van het water. Een juist beheer is dus noodzakelijk. Bovendien is het belangrijk dat er rond de meest kwetsbare graslanden een bufferzone is die schadelijke invloeden opvangt. Daarnaast moeten er meer vijvers en moerassen bijkomen. Ook daarbij is waterkwaliteit en buffering cruciaal.

Dit zijn de specifieke natuurdoelen voor gebied 'Valleigebied Kampenhout':

Boslandschap

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige 165 ha en oppervlaktetoename tot 175 ha, met richtwaarde voor bosuitbreiding 0 ha. Het gebeurt door omvorming van naaldhoutbestanden in Snijsselsbos (deelgebied 2b), aansluitend bij bestaande boskernen.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering tot een goede staat van instandhouding volgens LSVInormen (zie algemene inleiding ecotoopcluster bossen en ook: vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities).

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige 275 ha en oppervlaktetoename tot 375 ha, met als richtwaarde voor bosuitbreiding 40 ha. De toename gebeurt met name in de deelgebieden Kastanje-, Kareel-, Snijssels- en Silsombos (deelgebieden 2, 4, 5a en 5b). De bosuitbreiding mag niet ten koste gaan van rbb’s in de graslandsfeer, er moet voldoende afwisseling met open biotopen bewaard blijven.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering tot een goede staat van instandhouding volgens LSVI-normen (zie algemene inleiding ecotoopcluster bossen en ook: vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities).

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige 248 ha en oppervlaktetoename naar 320 ha, met als richtwaarde voor bosuitbreiding 32 ha. Bij de omvorming van de huidige populierenbossen in de deelgebieden 1, 2, 3 en 5b (Floordam-, Helle-, Snijssels- en Silsombos) moet er aandacht voor zijn dat op de meest kansrijke plaatsen voor hooilandherstel geen boshabitats (maar 6410, 6510) nagestreefd/gerealiseerd worden; op plaatsen waar nog relicten van blauwgrasland (6410) aanwezig zijn of de potenties voor dit habitattype hoog zijn, krijgt omvorming naar 6410 voorrang op omvorming naar 91E0.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering tot een goede staat van instandhouding volgens LSVI-normen (zie algemene inleiding ecotoopcluster bossen en ook: vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities).

Omschrijving populatiedoelstelling

Minstens behoud van de huidige vaak kwetsbare vleermuispopulaties.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering in en nabij de bossen: zie bij de boshabitattypes met als extra meer mantel-zoomvegetaties en meer KLE’s. Kwaliteitsverbetering in en nabij waterpartijen: streven naar een goede waterkwaliteit, natuurlijke oevers met kruidige vegetaties en de afwezigheid van kunstverlichting. Als zomer- en winterverblijfplaatsen kunnen gebouwen (bv. kerkzolders, bunkers of ijskelders) heringericht worden. Deze kwaliteitsverbeteringen gebeuren prioritair in de deelgebieden Floordambos, Wilder en de Warande (deelgebieden 1, 5b en 5d) en Helle- en Snijsselsbos (deelgebied 2).

Ruigtes en graslanden

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige fragmenten (0,3 ha in deelgebied 5d) en (lijnvormige) relicten (in de deelgebieden 2b en 4). In deze deelgebieden (behalve 5d) zal dit habitattype wel ingebed worden in een groter graslandcomplex (voor een goede staat van instandhouding) met ook andere habitattypes (zoals 6410) en ook regionaal belangrijke biotopen.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

De huidige nog aanwezige kernen van dit habitattype optimaal beheren om een goede soortenrijkdom op lange termijn te handhaven. Kwaliteitsverbetering tot een goede staat van instandhouding volgens LSVI-normen: zoals vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige 1,5 ha in Torfbroek en Kastanjebos (deelgebieden 3 en 4) en een oppervlaktetoename van 14 ha; dit in Torfbroek (deelgebied 3) en in Silsombos en de Dodebeekvallei (deelgebieden 2b en 5b); steeds voornamelijk via omvorming (vanuit grasland, ruigten, wilgenstruweel, jong elzen-essenbos of populier), soms ook door extensivering van graslandbeheer. Een snel herstel van de relicten is aangewezen omdat een aantal typische soorten niet of over een slechts kortlevende zaadbank beschikken. Samen met andere grashabitattypes (6510, 6230 en rbb’s) zijn grotere graslandcomplexen (voor een goede staat van instandhouding) tot doel gesteld in Silsom- en Kastanjebos en in de Dodebeekvallei (deelgebieden 2b, 4 en 5b), waar schraalgraslandkernen mogelijk zijn van telkens > 30 ha.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

De huidige nog aanwezige kernen van dit habitattype optimaal beheren (met oog voor een goede waterhuishouding en geen aanrijking) om een goede soortenrijkdom op lange termijn te handhaven. Kwaliteitsverbetering tot een goede staat van instandhouding volgens LSVI-normen: zoals vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities.

Oppervlaktedoelstelling
=(-)
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van 40 ha van de huidige 60 ha van dit type vnl. gelegen in Silsombos en de Molenbeekvallei (deelgebied 5b) (waaronder vaak met populier ingeplante hooilanden), omdat een klein deel zal omgevormd worden naar voornamelijk het 6410-graslandhabitattype, waarvoor deze SBZ essentieel is, en een groter deel zal evolueren naar alluviale boshabitattypes, waarvoor deze SBZ ook zeer belangrijk is.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Enkele kernen van dit habitattype optimaal beheren om een goede soortenrijkdom op lange termijn te handhaven.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Oppervlaktetoename van de huidige 4 ha tot 13 ha, vnl. in Silsom-, Kastanje en Snijsselsbos, en eventueel in Kareelbos (deelgebieden 2, 4, 5a en 5b), met als richtwaarde voor uitbreiding 3 ha. De toename in deelgebied Silsombos is inclusief de versterking van bestaande relicten van dit habitattype in de Molenbeekvallei (mogelijk met overgangen naar habitattype 6410). In Silsom-, Kastanje- en Snijsselbos is een groter complex van minstens 30 ha tot doel gesteld dat kan bestaan uit verschillende graslandhabitattypes (6510, 6410 en 6230) alsook uit regionaal belangrijke biotopen zoals rbbhc.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

De huidige nog aanwezige vaak gedegradeerde of ruige vormen van dit habitattype optimaal beheren om een goede soortenrijkdom op lange termijn te handhaven. Kwaliteitsverbetering tot een goede staat van instandhouding volgens LSVI-normen: zoals vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities.

Water- en moerasvegetaties

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige 4,5 ha in Torfbroek (deelgebied 3) en van de 0,2 ha in Silsom- en Floordambos (deelgebieden 5b en 1) en een pleksgewijze oppervlaktetoename van 2 ha via omvorming in de vermelde deelgebieden.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

De huidige goede staat van instandhouding (in Torfbroek – deelgebied 3) moet minstens behouden blijven, maar vnl. in deelgebieden 1 en 5 wordt als extra kwaliteitsdoel gesteld: sliblaag beperken in het voordeel van de kranswiervegetaties.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige oppervlakte (0,2 ha) met toename tot 2 ha via omvorming in deelgebied 3 (Torfbroek).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Riet terugdringen van 30 tot 10% + vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige oppervlakte (0,08 ha) met toename tot 1 ha via omvorming in deelgebied 3 (Torfbroek).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Riet terugdringen van 30 tot 10% en vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities.

Oppervlaktedoelstelling
=/+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige kalktufbronnen in het Torfbroek (deelgebied 3); de aanwezigheid van mogelijke relicten in andere deelgebieden moet nader onderzocht worden; bij aanwezigheid dient de juiste bescherming voorzien te worden om ze te behouden.

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Behoud van de huidige habitatkwaliteit van de tufbronnen in het Torfbroek. Waar het habitattype elders vastgesteld wordt, moet voldoende kwaliteit blijvend gegarandeerd worden.

Oppervlaktedoelstelling
+
Omschrijving oppervlaktedoelstelling

Behoud van de huidige oppervlakte (0,5 ha) en toename tot 1 ha via omvorming in deelgebied 3 (Torfbroek) en mogelijk ook in Silsombos (deelgebied 5b).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Riet terugdringen van 30 tot 10% en vermindering van de verzurende of eutrofiërende atmosferische deposities.

Omschrijving populatiedoelstelling

Minstens behoud van de huidige bittervoornpopulatie die nu voorkomt in de Molen- en Weesbeek, lokaal in vrij grote aantallen (tot 840 ind/ha).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering van het leefgebied: o.m. zorgen voor vrije vismigratie op de Molen- en Weesbeek en beperken van verstoring van de populaties.

Omschrijving populatiedoelstelling

Voldoende tot goede staat van instandhouding van bestaande populaties in de Molen- en Weesbeekvallei (deelgebieden 5b en 3).

Kwaliteitsdoelstelling
Omschrijving kwaliteitsdoelstelling

Kwaliteitsverbetering van de (potentieel) geschikte leefgebieden; vegetaties waar de soort aanwezig is, zoals in grote zeggenrijke vegetaties, natte ruige overgangen, ook rond rbb dottergrasland in een goede kwaliteit brengen/houden

Greet Swinnen
Agentschap voor Natuur en Bos