Poelkikker (Pelophylax lessonae)

In Vlaanderen komen drie nauw verwante soorten Groene kikkers voor van het zogenaamde “groene kikker-synklepton”. De Poelkikker is met een grootte van 4 tot 6 cm de kleinste van de drie soorten. De uitwendige verschillen tussen de soorten zijn vaak subtiel en slechts door een geoefende waarnemer herkenbaar. Bij de Poelkikker is de rugkleur meestal grasgroen met een helgroene middenstreep. De achterzijde van de dijen heeft een groengele tot oranje grondkleur met zwarte vlekken die vaak versmolten zijn tot een marmerpatroon. De kwaakblazen van de mannetjes zijn wit gekleurd. De larven bereiken meestal een lengte van 4-8 cm.

Hieronder vind je de Gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (G-IHD) voor deze soort. Ze geven aan wat in Vlaanderen nodig is om een veilige toekomst te creëren voor deze soort.
Areaal
Evolutie
=
Toelichting

Behoud van het huidige areaal

Populatie
Evolutie
=
Toelichting

Instandhouding van de huidige populaties, waarbij gestreefd wordt naar minimum 200 roepende mannetjes per populatie, die zich in een grote of meerdere kleine, nabijgelegen waterpartijen voorplanten.

Kwaliteit
Evolutie
+
Toelichting

Oplossen van eutrofiëring en/of verzuring. Het verhinderen van hybridisatie van poelkikker met meerkikker en bastaardkikker. Geen extra oppervlakte leefgebied nodig naast de vooropgestelde extra oppervlaktes Europees te beschermen habitats en leefgebied van andere Europees te beschermen soorten en de algemene kwaliteitsverbetering ten gevolge van het huidige milieubeleid.

Meer info op Ecopedia.be

Gerelateerde gebieden